
Wit veld met excentrisch zwart vierkant (1970)
“Een monotype kun je op verschillende manieren maken. Voor dit vierkant heb ik een hele harde verchroomde metaalplaat genomen en die heb ik ingesmeerd. Een vel papier erover en toen door de pers. De belangrijkste reden voor mij om die techniek te gebruiken was (nu doe ik het niet meer) dat je er het mooiste zwart mee kon maken dat er was. In die tijd had ik ook de naam dat ik zo verschrikkelijk mooi zwart kon maken, ’t was ook mooi. Die geweldige intensiteit van zo’n oppervlak haal je nooit in een ander medium. Daarom koos ik het, want het had veel nadelen, zo’n ding kan je maar éénmaal afdrukken; je was dagen bezig met zo’n vlak, gewoon doorsjouwen, en dan bleef er alleen zo’n vierkantje over. Ik gooide natuurlijk ook veel weg. Zo één op de vijftien wilde je wel eens bewaren, daar wilde je wel eens een weekje tegenaan kijken. Toch geloof ik dat de hoeveelheid aandacht die je erin stopt essentieel is voor de kracht van zo’n ding.”
Uit: ‘Fragmenten uit een gesprek met Kees Buurman’, in tentoonstellingcatalogus ‘Abstracte kunst uit de jaren zestig en zeventig. Een keuze uit de verzameling van het Centraal Museum, Utrecht’ uit 1979.
Monotype, 42,6 x 42,6 cm
Collectie Centraal Museum in Utrecht